![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Nieuwe
bijdragen tot de geschiedenis van Sint-Pieters-Rode
Deel VII
In zijn historia sacra et profana Archiepiscopatus Mechliniensis, 1725, schrijft van Gestel onder de gemeente of parochie St-Pieters-Rode: "In deze gemeente staat er een kapel, toegewijd aan O.L.Vrouw in de volksmond genaamd "Onze Lieve Vrouwe op den Roelsbergh" of "Onze Lieve Vrouwe ter Stocxkens".
Wat betreft de benaming, Onze Lieve Vrouw ter Stocxkens moet ook van Gestel zich wat ongemakkelijk hebben gevoeld en is naar de oorsprong van die ogenschijnlijk vreemde naam gaan zoeken. Daarom schrijft hij: "De pelgrims uit Aarschot en Leuven plegen daar hun wandelstok achter te laten...
Dat die Aarschotse pelgrims naar Scherpenheuvel op de Roeselberg komen doen begrijpen we niet goed, want het lijkt ons wel een beetje uit de richting.
Anderzijds zouden we zijn Latijnse tekst kunnen vertalen "De Stokskens, die de pelgrims uit Aarschot en Leuven op de scherpe heuvel achterlaten" Waarvoor er wel iets meer te zeggen zou zijn, vermits die Roeselberg inderdaad een zeer scherpe helling heeft. In de Latijnse tekst staat bij van Gestel asperam collem zonder hoofdletter geschreven, hetgeen er ons zou op wijzen dat niet Scherpenheuvel bedoeld wordt.
Wat er ook van zij, het wil ons voorkomen dat die wandelstokuitleg nogal gemaakt en onnatuurlijk voorkomt, daar waar we anderzijds ook weten dat Van Gestel zijn kapittel totaal kopieerde uit Wighmans' "Brabantia Mariana" van 1632. Deze auteur bedoelt en schrijft echter klaar Scherpenheuvel, zodat Van Gestels uitleg helemaal niet opgaat.
Vanwaar dat die naam: O.L.Vrouw ter Stokskens ? Er zijn twee mogelijkheden, die ons allebei aanneembaar lijken te zijn. De naam O.L.Vrouw ter Stokskens is niet zeldzaam. Te Antwerpen, te Tienen kende men een zelfde Lieve Vrouw. De oorsprong van de benaming zou liggen in het feit dat oorspronkelijk een kapelletje aan een boom werd gehangen of in een bos werd geplaatst. De Middeleeuwse benaming voor boomke is: stock. Later zou dan een groter kapelletje zijn gebouwd. Dekanale verslagen uit de 17 de eeuw vermelden inderdaad dat de kapel van O.L.Vrouw op de Roeselberg stond in een bos van ongeveer 1 dagmaal (D.V. 1652)
Er is echter nog een andere mogelijkheid: Stocke betekent evenzeer in het middelnederlands: een ent, jonge plant. Wij hebben daarvan regelrecht het woord wijn-stok overgehouden. Nu is het ook een feit dat voornamelijk op de Roeselberg vele wijngaarden stonden. Wat dan zou betekenen: O.L.Vrouw uit de wijngaard.
Uit het dekanaal verslag van 1701 weten we dat de kapel van de Roeselberg zeer oud is, en misschien wel een der oudste Hagelandse bedevaartplaatsen zou kunnen zijn. In 1701 schrijft de deken van Leuven: Deze kapel is al meer dan 400 jaar miraculeus, wat ons dan tussen 1200 en 1300 zou brengen.
O.L.Vrouw van de Roeselberg is altijd een druk bezocht pelgrimsoord geweest. In 1631 schrijft de deken: De kapel van de Roesberg ligt ongeveer een half uur van de parochiekerk verwijderd. Er is geen stichting, maar toch doet de pastoor van Rode er alle zaterdagen mis om de mariadevotie aan te wakkeren, en dan is er een machtige volkstoeloop...(O.V. 1631)
Later wordt nog eens gezegd dat ook op de Mariafeestdagen een mis wordt opgedragen. Pastoor en koster werden betaald voor die mis uit de offer: 10 st. voor de pastoor en 5 voor de koster (D.V. 1631)
In 1634 werd er in de kapel een fundatie gedaan ten belope van 1 gulden 's jaars, en vanaf 1652 weten we zeker dat op de feestdag van Maria-Geboorte, 8 sept., een plechtige processie gehouden werd met het Mariabeeld. Deze kapel werd blijkbaar goed onderhouden, want in 1634 - nochtans een kwade tijd - werd ze van binnen gans herschilderd. Eveneens in 1652, toen de schildering 300 fl. kostte (D.V.) Noteren we dat deze herstellingswerken door de parochie van Rode werden gedragen, niet door de plaatselijke heer. Het huidige koor - voordien de eerste kapel - schijnt architectonisch een 17 de eeuws gebouwtje te zijn: vermoedelijk begin 1600. Het grondgebied waarop de kapel staat was geestelijk Rode, maar wereldlijk viel het onder de jurisdictie van de heren van Houwaart (Zichem) De eerste kapel van de Roeselberg werd in 1789 herbouwd door ridder Crabbe, in 1924 volgde een tweede restauratie en in 1960 de laatste. Thans behoort de kapel van de Roeselberg tot de parochie van Houwaart. Deze regeling werd getroffen rond de jaren 1757, omwille van het feit dat dit gedeelte van Houwaart te ver van de parochiekerk van Rode gelegen was, voornamelijk in de winter, zodat, naar het zeggen van Van Gestel, in die tijd gans dit deel van de Houwaartse bevolking onverschillig en los was komen te staan tegenover kerk en kerkelijke verplichtingen.
Al was de Roeselberg een heiligdom waar onze Hagelandse bevolking ter beevaart trok, voornamelijk tegen de koorts, de oorsprong zou beidens kunnen zijn en dus teruggaan tot de voor-kristelijke beschaving. Wellicht verwijst de naam Roeselberg - Roelofberg of Roesberg allereerst naar een eerste bezitter. De veronderstelling dat deze hoogte zeer vroeg in gebruik werd genomen als gerichtplaats en als sacrale cultus plaats voor de kerstening, werd reeds geopperd door menig vorser, doch argumenten ter staving van deze bewering werden vooralsnog niet gevonden. We geven deze mening dan ook met alle voorbehoud, hoewel het niet onmogelijk is dat een heidense cultusplaats door vroege zendelingen omgevormd werd tot een christelijk gebedsoord.
Het kapelletje van de Roeselberg bezit twee merkwaardige stukken: een mooi Lievevrouwbeeldje (16 de eeuw) en een stenen liggende Christusfiguur (Christus in het graf) Dit laatste beeld zou afkomstig zijn van het oude Begijnhof van Aarschot.
Terloops weze nog gezegd dat niet alleen Roeselberg parochie Rode geweest is. Van 1614 tot 1694 deden de pastoors van Rode (54 jaar) en van Nieuwrode (26 jaar) pastoordienst te Houwaart-dorp.
|
![]() |